Share on Facebook Share on Twitter

Terugblik | Actueel | Verwachtingen

Temperatuur              Vochtigheidsgraad            windrichting + snelheid

Home

Deel deze pagina via:

Artikel | Het meten van winterse neerslag

Artikel opgesteld door: Sebastiaan van Herk | Gepubliceerd op: maandag 4 april 2022

Het meten van winterse neerslag
In Nederland valt de neerslag gedurende een groot deel van het jaar in de vorm van regen (vloeibaar). Vooral tijdens het winterhalfjaar zijn er naast regen, bij lage temperaturen en in bepaalde weersituaties verschillende soorten neerslag mogelijk. Denk bijvoorbeeld aan sneeuw (vast), natte sneeuw, hagel en ijsregen.

De hoeveelheid regen wordt gemeten met een regenmeter, dat ook wel een pluviometer wordt genoemd. Maar hoe wordt op de meetlocatie van Meteo Alblasserdam de hoeveelheid winterse neerslag gemeten met een regenmeter? U leest het verder in dit artikel.

Regen meten
Op onze meetlocatie in Alblasserdam (Zuid-Holland) staan verschillende meetinstrumenten opgesteld om actuele waarnemingen van het weer te verrichten. Zo staat er o.a. een regenmeter die de hoeveelheid regen meet in mm. Wij maken gebruik van een pluviometer die meet met intervallen van 0,2 mm. Door de totale hoeveelheid regen op te tellen kan de neerslagsom bepaald worden van bijvoorbeeld een bepaalde dag, maand, seizoen of zelfs een volledig jaar.

Daarnaast wordt ook de neerslagintensiteit softwarematig geregistreerd. Uit de intensiteit van de neerslag (uitgedrukt in mm per uur) kan een inschatting worden gemaakt van hoe hard het regent. Hoe harder het regent, hoe hoger de regenintensiteit en dus hoe meer regen er valt per tijdseenheid. Vooral tijdens het zomerhalfjaar zien we in een situatie met stevige regen- en onweersbuien vaak een hoge neerslagintensiteit. Soms van wel meer dan 100 mm/u.

Verwarmen van de regenmeter
Ook wanneer het sneeuwt bij temperaturen rond of onder het vriespunt wordt de hoeveelheid neerslag gemeten (in mm) d.m.v. een regenmeter. Hoe gebeurt dit als er bij temperaturen onder nul winterse neerslag valt in vaste vorm en daarmee niet smelt tot water?

Voor het meten van de hoeveelheid winterse neerslag zorgen wij met name tijdens het winterhalfjaar er voor dat de regenmeter wordt verwarmd tot ruim boven het vriespunt. Zelfs als de temperatuur van de lucht ruim onder nul ligt. Wanneer het bijvoorbeeld sneeuwt bij een temperatuur van -2 graden, wordt de sneeuw (vrijwel) meteen gesmolten wanneer het in de verwarmde regenmeter terecht komt. De neerslag in vaste vorm wordt hiermee omgezet in vloeibaar water. Zo wordt de hoeveelheid winterse neerslag bepaald.

Het verwarmen gebeurt overigens geheel automatisch d.m.v. een sensor. De sensor meet de temperatuur van de lucht. Wanneer de temperatuur daalt tot een paar graden boven het vriespunt wordt het verwarmen van de regenmeter automatisch ingeschakeld. Ook als het droog is. Stijgt het kwik weer tot enkele graden boven nul, dan stopt het verwarmen. Kortom: zolang de temperatuur onder de +2 graden ligt, wordt het verwarmen in stand gehouden. Bij waarden ruim boven het vriespunt is dat niet meer nodig, mede ook om stroom te besparen.

Het meten van winterse neerslag